Wegenwacht van ANWB heeft een privilege

Geplaatst in NRC, 1 september 201 als De ANWB is behalve een wegenwacht ook een lobbyclub

Geachte redactie, 

De krant plaatste een lange advertorial voor de ANWB in de vorm van een prettig te lezen human interest verhaal over ‘drukte voor de ANWB’. Als ervoor betaald zou zijn en het er tussen haakjes boven stond zou het nog te accepteren zijn. Ik vrees dat de krant zich heeft laten misbruiken door de PR-machine van deze vroemvroem-organisatie. Want het is dankzij het onrechtvaardige monopolie op hulp langs de snelweg dat deze ‘vereniging’ zo groot en machtig blijft. Concurrenten moeten de auto met pech op de snelweg eerst naar een parkeerplaats slepen. VVD-vrinden in de regering maken hier geen probleem van, ondanks het geloof in de vrije markt.

Massa’s mensen zijn alleen ANWB-lid voor de, overigens uitstekende, wegenwacht. De alternatieven voor de wegenwacht komen er nauwelijks tussen. Dit lijkt triviaal, maar de ANWB is tegelijk ook een grote vroemvroemlobby ‘in het belang van de leden’. Alleen wat dat is komt niet democratisch tot stand. Het zou ook een enorme ledendemocratie vergen waar de vakbonden bij in de schaduw passen. Met je wegenwachtabonnement ondersteun je zo ongemerkt een massieve steunpilaar van de vroemvroemlobby. Natuur-, milieu-, voetgangers-, en fietsersorganisaties krijgen een dergelijk privilege niet cadeau van de wetgever. 

De irrationele automobilist komt juist naar Amsterdam

Verscheen ook in Het Parool, 23 augustus 2021

Bij het autoluw maken van Amsterdam gaan de beleidsmakers uit van een rationeel handelende automobilist. Middels onderzoek is redelijk betrouwbaar te voorspellen hoe die zich gaan gedragen als er obstakels door de gemeente worden opgeworpen. Maximaal 30 rijden in de stad, minder en duurdere parkeerplaatsen, een extra knip in een belangrijke route – het valt allemaal te onderzoeken.

Maar de irrationele automobilist, diegene die met een auto wil pronken, wijkt af van de massa. Die wordt door op de autoluwe stad gerichte maatregelen aangemoedigd om juist naar Amsterdam te komen. Het verhoogt je status als je meer offers moet doen om hier te rijden.

De autospotters in de P.C. Hooftstraat zijn wat dat betreft een teken aan de wand. Het gaat die jongens alleen om de zeldzaamste en duurste auto’s. Maar eigenlijk is de ‘statusauto’ elke auto die ‘kijk mij nou’ uitstraalt. Veel auto’s zien er in Amsterdam anders uit dan op een snelweg in de spits. Ook meisjes in een Birò of hoog in een zwarte SUV zijn bezig zich te onderscheiden van de rest. Kleding alleen is niet genoeg.

Juist in een autoluwe stad ben je niet alleen zichtbaarder met je statusauto, maar is bovendien meer publiek beschikbaar. Het gepeupel moet namelijk fietsen, lopen of met het ov. Mochten die ‘stakkers’ niet opkijken van je verschijning alleen, dan kan je ook je krachtige motoren nog laten brullen.

Dat is iets wat we nu al zien bij motorrijders. Die komen speciaal naar Amsterdam om hier van de inwoners – overwegend negatieve – aandacht te oogsten. Boze blikken zijn juist lonend als je ze interpreteert als afgunst. Autoluw Amsterdam is dan de plek bij uitstek om als statuszoeker te cruisen langs de terrasjes.

De reputatie van Amsterdam buiten de stad geeft nog eens extra glans aan zo’n bezoekje met de auto of motor. Het is als een opgestoken middel­vinger: die sufferds die hier voor veel te veel geld, veel te klein wonen kunnen zich niet eens een mooie auto veroorloven, de kleine groep die het zich het wel kan veroorloven zal dat ook graag laten zien.

Zo rest de gemeente nog maar één maatregel om in te zetten: alleen bestemmingsverkeer welkom maken in de stad. De Amsterdammer met een goed gevuld koetshuis zal het vast ook waarderen.